zondag 23 maart 2008

Loser

Kardinaal Danneels alludeerde in zijn paashomilie op de beslissing van Hugo Claus om zijn leven te beëindigen. Hij vindt het geen heldhaftige beslissing, en geen voorpaginanieuws. Pech voor hem: het wàs voorpaginanieuws voor hij daar anders over zou hebben kunnen beslissen, plus mijns inziens heeft het niets met heldhaftigheid te maken, maar met soevereine keuze van een individu hoe om te gaan met leven & dood.
Met evenveel kwade wil kun je tegen de kardinaal en broeder Stockmans riposteren dat ze met een wijde boog om deze soevereiniteit heen walsen, en er niet goed mee om kunnen dat iemand beslist het lijden niet centraal te willen plaatsen of te verheerlijken. Respecteer individuele keuzes ook al zijn ze de jouwe niet. Niets menselijks is ons vreemd.

woensdag 19 maart 2008

Migraine

Inmiddels begrijp ik waarom Piet Piryns me woensdagmiddag aan de telefoon antwoordde dat het niet het goede moment was en of ik later kon terugbellen. Het overlijden van Hugo Claus vernam ik amper een half uur na dat telefoontje op de radio, en ook al kwam het bericht niet geheel onverwachts, toch bruskeert het nog, want het betekent dat we nu definitief verder moeten zonder deze grote meneer, deze monumentale kunstenaar, wiens betekenis voor de Vlaamse samenleving zonder weerga is.


Mijn mooiste persoonlijke herinnering aan hem is het telefoongesprek dat ik met hem voerde in 1987 vanuit mijn keuken, thuis in Berchem: hij zegde (na driemaal aandringen) toe om het eerste boekenweekgeschenk voor Vlaanderen te zullen schrijven. Nadat dit gesprek beëindigd was, heb ik een behoorlijk dadaïstisch danske gepleegd in die keuken, zo verheugd was ik ermee.
Het idee voor dat boekenweekgeschenk ontstond tijdens een gesprek met Wim Heynen van de Hasseltse boekhandel De Markies van Carrabas, die toen voorzitter van de Vlaamse Boekverkopers Bond was, en ervan droomde een boekenweekgeschenk in Vlaanderen te kunnen lanceren naar het voorbeeld van de jarenlange traditie in Nederland. We vonden dat niemand anders dan Hugo Claus als eerste auteur van zulk boekenweekgeschenk kon fungeren. Ik had Claus eerder enkele keren ontmoet, o.a. om hem te interviewen voor De Nieuwe of voor Radio Stad (o.a. bij de fameuze lancering van Het Verdriet van België in de Gentse Hotsy Totsy), had al eens plezierig kunnen samenwerken voor de publicatie bij Dedalus van zijn toneelbewerking van Hamlet voor het Raamteater, was op dat moment aan de slag als vertegenwoordiger voor de Bezige Bij in Vlaanderen, dus maakte me bij Wim in al mijn jongensachtige enthousiasme sterk dat het me wel zou lukken om hem te overtuigen om toe te zeggen.
En warempel: zo gebeurde. Hij deed het. Natuurlijk is Chateau Migraine in zijn verder zo rijke en veelzijdige oeuvre slechts een kleine anekdote , en was de oplage van dat eerste boekenweekgeschenk in Vlaanderen een schijntje van wat toen al in Nederland werd verspreid (en de vergoeding voor de auteur dus navenant), maar dankzij hem konden we toch pionieren met het eerste boekenweekgeschenk in het vaderlandse boekenvak, en met zijn opdracht in mijn exemplaar: 'voor Rudy, zonder wie dit droomkasteel niet was ontstaan, een dankbare Hugo Claus' maakte hij naar mijn gevoel kenbaar dat hij zijn medewerking vooral had verleend als blijk van erkentelijkheid voor die ambitie.
In alles de eerste.
Een andere persoonlijke anekdote moge tekenend zijn voor zijn ontvoogdende betekenis voor het verdrietige België van de afgelopen decennia.
Ik werd ontboden bij rector Jan Hansen van het Onze-Lieve-Vrouwecollege, waar ik omstreeks 1980 Nederlands en Engels onderwees aan kerels van 15 tot 18 jaar. Een vader van één van die kerels had pater Hansen sj getelefoneerd met de klacht dat ik schaamteloos vieze erotische teksten gebruikte en verspreidde tijdens mijn les. Toen ik Jan Ik schrijf je neer liet lezen - want over dat kwestieuze gedicht van Hugo Claus, dat begint met Mijn vrouw, mijn heidens altaar, Dat ik met vingers van licht bespeel en streel, ging het - barstte deze in een onbedaarlijke lachbui uit en zei me dat hij die vader zou terugbellen met zijn aanbeveling om zelf eens meer Claus te gaan lezen.
We moeten vandaag afscheid nemen van deze minzame seigneur, dit soeverein multitalent, die prachtig declamerende stem, die fabuleuze Romeinse kop... maar dat we kunnen teruggrijpen naar de vele sporen die hij nalaat en die naar mijn mening van blijvende betekenis zijn, moge een heelzaam medicijn zijn tegen de migraine van de middelmatigheid.

vrijdag 14 maart 2008

Dedicace

Een meewarig glimlachje viel te bespeuren bij Dick Matena toen ik mijn naam opgaf voor 'n dedicace in mijn exemplaar van Kaas. We bevinden ons op het schoon verdiep van het Antwerpse stadhuis, waar burgemeester, consul van Nederland én Peter Van Straaten de beeldroman ten doop hielden die Dick Matena van Elsschots klassieker had gemaakt. Van Straaten suggereerde dat de tekenaar nu maar eens aan de bijbel moet beginnen. Maar eerst die dedicace. Ik heb er een uur voor staan aanschuiven, want hij nam ruim zijn tijd voor een praatje met iedereen. Ik was de voorlaatste, want Pieter De Jong en Dick Gubbels kregen honger en wilden nu snel met hem een hapje gaan eten.
Met zo'n naam zal 't wel wat zijn om Elsschot te lezen, monkelde Matena. Of woorden van die strekking. In de tram op weg naar Het Gebaar bewonderde ik de eerste bladzijden. Ik was mijn exemplaar al bijna kwijt aan Koen Clement, die naast veel andere kwaliteiten ook een stripfanaat is. Ik begreep en beaamde meteen wat uitgever Mark Pieters er bij de presentatie van zei: je mag Kaas nog zo vaak gelezen hebben, dankzij Matena's aanpak krijgt de tekst een nieuwe dimensie, extra reliëf, een heel eigen tempo.

Dick Matena volhardde stug - ondanks mijn volgehouden moedig spellen van m'n achternaam - om mijn exemplaar te dedicaceren aan Van Schoonbeke. Ik kan er voor deze keer heel goed mee leven dat mijn naam zo(gezegd) verkeerd in mijn exemplaar prijkt.

na 2 jaar


Vorige week heb ik de laatste sigaret uit mijn pakje Romeo y Julieta gerookt. Ruim twee jaar na aanschaf, in Cuba op vakantie. Ik kocht het pakje veeleer omwille van het mooie logo en heb de helft weggetrakteerd want hoger dan eentje per maand ligt mijn rooktempo niet. Nu hou ik enkel het logo over en daar was het me uiteindelijk om te doen. A small token from Cuba toen el jeffe ook nog sigaren mocht roken.

Wim en Els

Alweer bijna een maand geleden vernomen maar nu pas tijd gevonden om er hier bij stil te staan: Wim Van Gansbeke en Els Van den Abbeele zijn dag op dag op 16 en 17 februari jl. overleden. De eerste werd 70, de tweede amper 59. In de tijd dat ik 75 theatervoorstellingen per jaar zag & erover schreef voor De Nieuwe e.d. kwam ik Wim regelmatig tegen en ik beaam wat alle herinneringsstukjes over hem schrijven: een bijzondere man. Uitgesproken, wel doordachte en nog beter geformuleerde mening over wat hij op de buhne zag. Prachtige stem om naar te luisteren, toen, op Radio Twee, vooral vanwege het vuur waarmee hij zegenend & hekelend over theater sprak. Hij deed me meer dan eens echt zin krijgen om naar de schouwburg te gaan. Want daar gebeurde altijd iets wat de moeite waard was. Ik heb Wim éénmaal zelf zien acteren, als oud vrouwtje, dat op een bepaald ogenblik op een tafel staand de rok optilde. Beklijvende scene! Ook de eeuwige sigaret & het glas Duvel achteraf in de foyer of bar zijn onlosmakelijk aan hem verbonden.

Els kende ik als eerste woordvoerster van VTM en vond ik een warme, lieve, attente, alerte madam. Pionierend en gedreven. En veel sigaretten, ook. Minder bekend maar even verdienstelijk was ze als tekstschrijfster voor heelwat liedjes.


Dag Wim, dag Els.