maandag 8 december 2008

Paradiso


Zondag bezoek ik naar haast jaarlijkse gewoonte de Beurs van de kleine uitgever in het Amsterdamse Paradiso, samen met Boris Rousseeuw die er zijn nieuwste uitgaven van zijn Carbolineum Pers (http://members.lycos.nl/Carbolineum)
presenteert en dit jaar goed verkocht. Onder andere zijn Den Kemschen Hey-Kreekel, een onbekend Antwerps liedboek uit 1665 dat hij prachtig uitgaf met wonderlijk mooie houtsneden van Isabelle Vandenabeele, verwisselt enkele keren van eigenaar, en terecht. Ik schaf me de cd Jazzloops van Hugh Hopper (ex-Soft Machine) aan - allicht ook een bibliofiele oplage. En gesigneerd! Zoals elk jaar ontdek ik verder enkele nieuwe, interessante uitgevers die mooi werk leveren: bij Pels & Kemper (http://www.pelskemper.nl/) herken ik Gerard Pels die al jaren in het boekenvak werkt en nu met beeldend kunstenaar Margriet Kemper deze uitgeverij startte die beeld en tekst kunstig verbindt. Ik koop er de fraai gebonden Weense novelle Tubutsch van Albert Ehrenstein - tijdgenoot van Frans Werfel, van wie ik zelf enkele romans in vertaling uitgaf. Of Stichting Drukwerk in de Marge, met altijd verrassende typografie. Joost Veerkamp is ook dit jaar present, met kepie en al, en amuseert zich dit jaar als postbeambte die zijn grafische pareltjes stempelt. Hilde Busschots van De Pampiere Werelt heeft opnieuw enkele bijzonder verzorgde boekbanden in de aanbieding. De onverwoestbare Simon Vinkenoog is er ook dit jaar weer bij, net als andere bekenden uit het Nederlandse boekenvak en slechts een handvol Vlamingen die net als ik op zoek zijn naar werk dat in de reguliere handel minder makkelijk te vinden is. Het voornemen groeit om ook in Vlaanderen (opnieuw) een vergelijkbare beurs te organiseren - misschien in Leuven, misschien in Gent - die een podium biedt aan bibliofiele- en kleinschalige uitgevers en private presses. Het zou een mooi en nuttig forum kunnen worden voor alle drukwerk in de marge dat de moeite van het ontdekken waard is, zoals Paradiso nu al voor de eenendertigste keer bewees.

dinsdag 2 december 2008

Acqua Alta

Na enig puzzelwerk lukte het om afgelopen weekend te gaan uitwaaien in Venetië. Ah, Venezia! Dertig jaar geleden al eens gepasseerd, enkel het beroemde San Marco plein in herinnering bewaard, ditmaal danig onder de indruk geraakt van de auto- en zelfs fietsloze stad in het water. De wirwar aan straatjes, bruggen, kades, piazze en palazzi is uniek, de wijze waarop de Venzianen de straten benoemen en hun openbaar vervoer per boot hebben geregeld evenzo. Vaut le détour, mérite le voyage.

De Peggy Guggenheim collectie bezien is absoluut aan te bevelen: werk van Magritte, Parmiggiano, Klée, Picasso,... komt in het palazzo waar mevrouw Guggenheim woonde & begraven is perfect tot z'n recht. Onvergetelijk.

Qua timing kan deze citytrip tellen: na twee nachten vol regenbuien kijk ik maandagochtend vanuit het raam van de hotelkamer uit op een ondergelopen kade en straat. Voor het eerst in twintig jaar bereikt het acqua alta een hoogte van 156 cm boven het gemiddelde waterpeil. Bij gebrek aan lieslaarzen zit er voor ons niks anders op dan af te wachten tot het water begint te zakken. Dat helpt om door te lezen in ons stapeltje boeken. Tegen één uur 's middags moeten we wel vertrekken om ons vliegtuig te halen: als bij wonder lukt het ons om met enige improvisatie en hulp van vriendelijke Venezianen de Piazza Roma te bereiken met droge voeten. Daar kunnen we een taxi nemen. Onderweg laveerden we over passerelles en tussen plassen water voorbij ondergelopen winkels, restaurants en hotels. Dankzij de gloednieuwe brug bij het treinstation (amper twee maanden open) en ondanks een staking van de gondolieri en de waterbus (dit is Italië!) redden we het. Ook dit is onvergetelijk.



woensdag 19 november 2008

You can't always get what you want

Ik heb gisteren afscheid moeten nemen van iemand die ik niet heb gekend. Bert Van de Vloed. 55. Na een kortstondige ziekte overleden op 11 november, zowat op het moment dat de boekenbeurs werd gesloten. Bert = de echtgenoot van Linda Vandermeulen, die de boeken van Uitgeverij Vrijdag aan de man bracht bij de boekhandel. Haar onverdroten, toegewijde inspanningen voor de lancering van Vrijdag in de boekhandelsmarkt weze geprezen. Toen ik recent het verdict vernam over de plotse ziekte van haar echtgenoot, kwam ik woorden te kort voor zo veel onrechtvaardigheid. Maar je hebt niet te kiezen, je moet verder... ook al is het gemis zo drukkend dat het je de adem beneemt.

We hebben met meer dan 300 afscheid genomen van Bert. We hebben geluisterd naar de verhalen over zijn vitale leven, naar de muziek die hij koesterde, met als huiveringwekkende uitsmijter You can't always get what you want van de Rolling Stones, en we hebben ons best gedaan om troost te bieden aan zijn dierbaren. Van wie ik dus eigenlijk enkel Linda ken.


Linda, moge je toekomst zich vullen met de vele mooie herinneringen aan hem. Moge dat je verdriet veranderen, ook al verdwijnt het nooit meer.

zaterdag 1 november 2008

49

Jarig zijn tijdens de boekenbeurs doet je de gekste bekken trekken...



maandag 27 oktober 2008

vrijdag 17 oktober 2008

Messe

Buchmesse in Frankfurt: mijn zesentwintigste keer. En toch ook weer de eerste keer, met de nieuwe uitgeverij Vrijdag. Collega Dirk bezoekt de beurs voor het eerst en heeft dezelfde indruk als ik, 26 jaar geleden: overweldigd door het gigantische aanbod, dat misschien een beetje beklemt maar vooral inspireert. Hans en ik sluiten onze eerste deal: Ladies and gentlemen: the Bible! van debutant Jonathan Goldstein. Volgende (literaire) lente bij uw boekverkoper! Met Joost van het gastvrije Podium gaan we een bieding in met voorschotbedragen die even snel stijgen als de bankaandelen dalen. Het is nog te vroeg om rechten te verkopen (onze eerste boeken zijn nog maar net uit) maar toch is er best veel belangstelling voor op de collectieve stand van de Vlaamse Uitgevers Vereniging.


Minister Patricia Ceysens op bezoek, die haar tijd neemt om met de aanwezige uitgevers en boekhandelaren kennis te maken en te praten, en die enkele concrete plannen voor onze sector komt toelichten. De receptie ter gelegenheid van haar bezoek is crowdy en geanimeerd. Haar bezoek wordt door de collegae alvast bijzonder gewaardeerd.
Dan nog gauw even naar de receptie van onze Waalse collegae op hun stand, om dan met de metro naar het Westin Grand Hotel te suizen voor de Bertelmann party: nog meer volk, nog meer animo... Ik hou het om halftwaalf voor bekeken maar vanochtend hoor ik van enkele vakbroeders en -zusters dat ze tot vier uur doorfeestten en dan nog voor een afzakkertje naar het Frankfurter Hof trokken: de plek met het meest benepen microklimaat van Frankfurt.

Vrijdag om 14u de laatste afspraak en dan naar huis karren, om het weekend door te komen met alle Duitse boekenbijlagen en internationale catalogi en rechtenlijsten. Maandag gaan we dan weer over tot de orde van de dag, op weg naar de volgende boekenbeurs. Ohne ende.

dinsdag 7 oktober 2008

Policewoman


En dan nu: muziek. Of veeleer de tekst bij één van de beklijvendste nummers die Joan as a Policewoman zingt.


We don't own it
You will know by the way
That he cuts his eyes
Looks away from the door
That walked in you
You will know it will go
Down in history
How sweet he was to you
And all the others
So hand it over
Cause we don't own it
It's in the mystery
Our silent fantasy
Cause i
Nor you
Could ever
Know what it's like
To have the night fall
And be felled by the night
No, we don't own it
All you know is the way
That he made you feel
He made you feel safe enough
To feel at all
It's all there in the moment
You understood
That he's not going on
And you're still going on
So hand it over
Cause we don't own it
It's in the mystery
Our silent fantasy
Cause I
Nor you
Could ever
Know what it's like
To have the night fall
And be felled by the night
No, we don't own it
It's his story
Our subtle jealousy
Cause i
Nor you
Could ever
Know what it's like
To have the night fall
And be felled by the night
No, we don't own it

zondag 21 september 2008

Typosphere

Bij de start van de nieuwe uitgeverij Vrijdag in juni kreeg ik van vrienden het boek Typosphere. Nieuwe lettertypen cadeau. Dit visueel handboek met de nieuwste letterontwerpen en hun toepassingen heb ik inmiddels talloze malen doorbladerd en besnuffeld: de wijze waarop de twee auteurs de meest uiteenlopende nieuwe lettertypen presenteren is voor mensen zoals ik dan ook zeer verleidelijk. Het boek is ingedeeld in zeven emoties: agressie, plezier, nostalgie, dynamiek, spel, geluk en ontspanning. Elke bespreking vertelt iets over de karakteristieke kenmerken van de letter maar ook van zijn ontwerper. Zo kom je van alles te weten dat niet heel erg terzake oogt te zijn, maar aantoont dat letters het leven zelf weerspiegelen: de Curtida is bijvoorbeeld geïnspireerd op een uithangbord van een lederwarenwinkel in Barcelona. De Tarocco diende oorspronkelijk voor een boek over sinaasappelplantages op Sicilië. En de Staple TXT is gemaakt door een voormalige chef-kok die nog altijd lyrisch wordt van de varkens die hij kweekte. De Emeralda komt dan weer uit de koker van Stefan Claudius die ook graag gitaar speelt in z'n band Volvo Penta maar nog het liefst van al zijn dag doorbrengt op het strand van Cape Arcona, een klein fictief land in de Atlantische Oceaan waar hij samen met Thomas Schostok tot koning uitriep, het geld afschafte en de productie van letterfonts startte...

Elk lettertype wordt mooi geIllustreerd in vaak zeer uiteenlopende toepassingen, zodat dit boek ook nog eens een ware lust voor het oog is.

Een schoon cadeau, kortom.

donderdag 18 september 2008

broek

Enkele dagen geleden moest ik even op controlebezoek bij de dokter. Mijn huisarts was op vakantie, dus liep ik langs bij de vervangende dokter. Leuke man, fijn gesprek. In vlotte jeans, zo merkte ik op, dat had ik niet eerder gezien. De dag daarop hoor ik op de radio dat een enquete bij patiënten en doktersbezoekers uitwees dat men discrete kledij op prijs stelt: witte jas, bijvoorbeeld, vindt men wel passen bij de dokter. Jeans helemaal niet. Terwijl ik mijn vervangdokter juist sympa vond vanwege die broek.

Tijden en zeden veranderen gaandeweg, maar goed ook dat steeds minder 1 smaak domineert in de sociale afspraken: studenten kunnen tegenwoordig probleemloos in jeans - met scheur en al - mondeling examen afleggen. Blue jeans onder een erg gekleed colbert is hip op recepties bij filmpremières. Nog even en zelfs het voorgeslacht vindt gabbers er lief uit zien.

zaterdag 13 september 2008

DGW = 40



Boekhandel De Groene Waterman begon veertig jaar geleden begon in de Wijngaardstraat in hartje Antwerpen, verhuisde naar de naburige Wolstraat 7, hertimmerde winkel en kelder na een brand te hebben moeten incasseren, en is sinds enkele weken nog eens helemaal vernieuwd. Dat werd gevierd ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan. Ramsey Nasr hield een luimige toespraak waarin hij terugblikte op de kleurrijke historie van de boekhandel, we kwamen te weten waarom de boekhandel eigenlijk De Groene Waterman heet (Hair!) en Minister Bert Anciaux kwam feliciteren en beloven dat hij binnenkort nog enkele maatregelen bekendmaakt ten faveure van de boekhandels te lande. Het vele volk kon de ogen laven aan het spectaculair anders vormgegeven interieur. Mijn kids vonden de vorige inrichting 'gezelliger', ik ben evenwel helemaal te vinden voor De Nieuwe Groene: zwart plafond, witte lichtparaplu's, strakke witte boekenkasten met in mooi wit reliëf de genre-aanduidingen, en hier en daar een stemmig zitje tussen de boekentafels verspreid over de winkelruimte. Zo kan deze boekhandel er weer heelwat jaren tegen, en dat wens ik de Waterman ook van harte toe. Samen met de pas verhuisde kinderboekhandel Pardoes, die verkaste van de Wijngaardstraat naar de veel centraler gelegen locatie aan de Melkmarkt, twee nieuwe shots van inmiddels gevestigde merken voor de boekenliefhebber, die zijn hart kan ophalen aan het ruime assortiment en de professionele service. Gaat dat zien.

zondag 31 augustus 2008

Er staat blijkbaar iets te gebeuren

Op de laatste warme zondag van deze zomer zit ik Een perfekte dag voor een mooie revolutie van Jean-Marie Berckmans te lezen omdat ik hem maandag wil bellen over hoe we van zijn kopij een mooi boek kunnen maken. Om halfdrie vertrek ik naar een jubileumfeest, en krijg daar telefoon: JMH is afgelopen nacht overleden. Rillingen over de rug. Ik zag Jean-Marie nog afgelopen maandag toen ik bij hem thuis zijn originele kopij terugbracht, samen met een schone copie voor verder gebruik. Enkele dagen eerder was hij uitvoerig op bezoek en beleefden we een avond om in te lijsten. Alert, met humor, ook met weemoed, zelfzeker en scherp, ook warm en kwetsbaar... zo heb ik JMH sinds vele jaren mogen kennen. Ik heb de meest onwaarschijnlijke belevenissen met hem mogen delen en moet nu beginnen wennen aan het idee dat hij daarvoor voortaan postuum zal moeten zorgen.

Een ondraaglijke gedachte.

Gij zijt lang geleden kapot gegaan, was het laatste wat ik van hem te lezen kreeg voor publicatie. Ik hoop en verwacht evenwel dat hij nog lang zal meegaan: dat ook nu nog jonge meiden en kerels hem gretig lezen & volgen, toont aan dat zijn publiek niet beperkt hoeft te zijn. Dat JMH lezen kortom niet kapot te krijgen is.

maandag 25 augustus 2008

Watou


Voor de zoveelste maal de poëziezomer van Watou bezocht. Altijd de moeite. Deze keer is de catalogus een prachtige uitgave: formaat, papier, fotografie, ze omkaderen perfect de knappe gedichten en kunstwerken.

Ik kwam meest onder de indruk van Gerrit Kouwenaars gedicht in de kale lelijke gang van het rusthuis. Maar ook Erwin Mortiers declamatie op het kerkhof loont de moeite van stilstaan. De achterwaartse videoclip van Jonathan Horcwitz met Michael Jackson is een vondst. De gedichten op spiegelglas weerkaatsen meerdere malen, net als Hugo Claus in beeld en geluid.
Ik kom tot mijn plezier werk van Sylvie Marie tegen bij één van de spellen. En Panamarenko. En de houten auto van Joost Conijn.
Maar wat doet voetballer Zidane op deze poëziezomer? vraagt men zich af. Gladiator van deze tijd. De stille geluidsmontage bij de vele beelden van zijn bewegingen zorgt voor een bevreemdende sfeer.
Zidane in een stal in Watou. Nog tot 7 september.

zondag 17 augustus 2008

Zondag

Cyriel Van Tilborgh is een godsgeschenk voor wie zoekt naar zinvolle tijdsbesteding op de dag des heren: voor de zesde keer organiseerde hij Lezen op Zondag, ditmaal in Koksijde. Het was - door omstandigheden - mijn eerste keer, ik ontdekte er de ideale presentator van een boekenprogramma op tv: Rik Van Cauwelaert. Erudiet, (zelf)relativerend, nieuwsgierig, empatisch. Zo interviewde hij Renaat Landuyt over Igor Siks. Ook al was ik misschien niet van plan om diens roman De stoel van Eliah te lezen (want ik heb immers nog zo veel te lezen), dan heeft dit gesprek me op andere gedachten gebracht. Ik ga Siks lezen omdat het me zal helpen de nationaliseringstendenzen in Europa te begrijpen, en vooral omdat het een beklijvende leeservaring oplevert, zo veel is duidelijk.

Deze zondag hield niet op met Siks. Dan hadden we Geertrui Daem en Frank Adam nog niet gehad. Twee begenadigde performers van hun eigen proza - wie er niet bij was heeft echt wat gemist - en ik ben een klein beetje trots omdat ik (opnieuw) de uitgever ben van de nieuwe verhalenbundel van Geertrui, want Ik bemin u bovenal is van het beste wat ik ooit van haar las. Straks in uw boekhandel!

3002

Italianen gsm-en altijd en overal en met iedereen. Internet is evenwel een ander paar mouwen. Tijdens de afgelopen twee weken op vakantie in Umbrië en Aosta ben ik er tweemaal in geslaagd een internetcafé te vinden. Hotspots bleven onontdekt en wifi kon ik evenmin gebruiken. Al zeker niet op de Col Entrelor, die zich op 3.002 meter hoogte bevond: daar houden zelfs Italianen op met bellen vanwege geen bereik.

Had u nog nooit gehoord van Col Entrelor? Ik ook niet. Maar ik zal 'm niet licht vergeten, nu ik deze col van dichtbij gezien heb. Hij was het hoogtepunt van een dagwandeling in de Alpen, die begon om halfvijf: opstaan, douche, ontbijt, dan om kwart voor zes met tien in 1 auto naar Rhêmes-Notre-Dame waar we om halfzeven vanaf 1760 meter begonnen te stijgen. Om halftwaalf waren we boven, op 3002 meter hoogte, zo hoog was ik nooit eerder geweest. Ik ben mezelf onderweg een paar keer tegengekomen, maar was uiteindelijk wel erg content eens ik op die hoogte de omgeving kon bewonderen. Mijn beminnelijke echtgenote, nochtans veel beter in conditie dan ik, had enkel nog masculiene terzijdes (god god god - man man man) over vooraleer ze neerzeeg ter hoogte van de col. Mijn drie kinderen evenwel waren samen met hun neven en nichten naar boven gehuppeld als het ware. We hebben onderweg gemzen, steenbokken, marmotten, gentianen, distels, en andere bloemen en planten allerhande bewonderd. Bij het einde van de afdaling (in Eaux Rousses op 1640 meter hoogte) waren mijn voetzolen zodanig verhakkeld dat ik ze nu nog altijd bij elkaar moet plakken met spanadrap. Onvergetelijk, dat wel, zeker nu ik dat middels internet kan vastleggen.

woensdag 23 juli 2008

Ch'tis


In tijden niet zo gelachen als met de Franse filmhit Bienvenue chez les ch'tis. Overigens iedereen in de cinemazaal schaterde het uit - dat had ik niet eerder meegemaakt. Niet verwonderlijk dat inmiddels meer dan 18 miljoen fransmannen (dat is alvast méér dan La grande vadrouille en bijna zoveel als de absolute topper Titanic met 21 miljoen kijkers) gingen kijken naar dit ontwapenend charmante verhaal over een postmeester die vanuit het zuiden naar het achterlijk geachte noorden van het land moet verkassen. De film is immers een pareltje van humor en empathie, dankzij de herkenbare belevenissen, de knappe acteerprestaties en de eenvoudige rechtlijnige opbouw die veel inlevingsvermogen toelaat omdat de lach zo goed gedoseerd is met alle mogelijke andere emoties. Vaut le voyage!

pensioen

Dokter Jef De Loof is na 57 jaar dienst met pensioen gegaan. Op aandringen van zijn vrouw, zo lees ik in de krant, gaat hij het op zijn 81e wat rustiger aan doen. Zijn vitaliteit is evenwel nog altijd even groot als toen ik hem leerde kennen, heelwat jaren geleden, als een even beheerste als volhardende pleitbezorger van verantwoorde levenskwaliteit, toen hij in 1982 samen met zijn dochter Mieke En niemand hoort je huilen publiceerde, een boek over de gevolgen van een kernoorlog.
Uitgerekend op de dag dat zijn pensioen begint, woont hij een symposium bij over de ontmanteling van kernwapens. Moge hij een lichtend voorbeeld blijven met zijn inzet voor vrede en rechtvaardigheid, vanuit de beweging Artsen voor de vrede of anderszins, dat wens ik hem ook van harte toe. Nog vele jaren vol inzet en verzet, dat laatste vooral in de betekenis van een verzetje.

zondag 13 juli 2008

Simple Present

Simple Present is het nieuwe boek van fotograaf Bert Danckaert. De inleiding door Jan Blommaert draagt als toepasselijke titel De globalisering van het alledaagse.
Bert Danckaert maakt krachtige, sprekende foto's over stille, veelzeggende plekken. In dit boek is geen mens te zien, en toch zie je mensenwerk: gebouwen, toestellen, machines, afval,... aan alles is zo te zien vroeger of later gewerkt door iemand of door velen, maar zoals door de fotograaf vastgelegd is vooral afwezigheid te zien: van smaak, bijvoorbeeld, toch naar mijn smaak, want de meeste foto's tonen ingrepen in de schoonheid, de esthetiek van het alledaagse die dat alledaagse er niet beter op hebben gemaakt. Of juist wel (want ze leveren deze boeiende foto's op)?

De schijnbare afwezigheid van doordachtheid over hoe de omgeving best/mooist/nuttigst ingericht kan worden, zorgt voor een bevreemdende kijkervaring. Het klopt wat Jan Blommaert schrijft: deze foto's konden evengoed in Mexico of San Fransisco of Antwerpen genomen zijn, ware het niet dat je aan sommige details af en toe merkt dat je naar het alledaagse Bejing kijkt zoals de meeste toeristen het niet (willen) zien; de stad zoals ze wordt gezien door wie er woont, en wellicht kijken die inwoners er dan weer amper naar om, omdat wat er te zien is voor hen een dagelijkse gewoonte is geworden.

Bert Danckaert brengt dat knap & als geen ander in beeld. Ik blijf kijken.

http://www.bert-danckaert.be/

vrijdag 11 juli 2008

Papierstraat






In Parijs loopt bij de Pont Louis Philippe over de Seine de gelijknamige straat in de richting van de Marais gevuld met enkele wonderlijke winkeltjes vol papier. In Kanea op nummer 4 vind je talloze bijzondere vellen papier waarop het speciaal schrijven moet zijn, naast kaartjes, enveloppen, schriftjes en ander schrijfgerief. Wat verderop bij nummer 10 biedt Melodies Graphiques weer andere bladen papier, enveloppen, schriftjes en kunstig uitgewerkte pop up boeken die ver voorbij mijn budget gaan. Een setje kaartjes en enveloppen kan nog net. De wand achter de kassa hangt vol aan de winkel geadresseerde enveloppen in de meest zwierige calligrafische handschriften. Mérite le voyage.




zondag 29 juni 2008

Van de Seefhoek naar het Louvre


Housewarming voor familie en enkele vrienden die komen kijken naar het fijne nieuwe kantoor van Uitgeverij Vrijdag in het oude schoolgebouw in de Sint Elisabethstraat waar nu bedrijvencentrum Noa is gevestigd, in de multi culti Seefhoek wijk, waar ook Jan Fabre geboren en getogen is. Een dag later gaan we in Parijs kijken naar de wijze waarop hij 40 zalen in het monumentale Louvre heeft aangepakt met zijn expo The Angel of Metamorphosis. De tentoonstelling loopt op z'n laatste benen: wie het nog wil zien moet zich haasten om voor 7 juli te gaan genieten van zijn uilen, kruisen, lammeren, beenderen, kevers, beesten, bollen, dweilen en armaturen, die wonderwel matchen met de Duitse, Franse, Hollandse en Vlaamse meesters uit voorbije eeuwen. Het nieuwe werk in de grote Rubenszaal, waarbij hij zelf als worm over de grafzerken kronkelt, is indrukwekkend.
Ik vond zijn ingrepen vorig jaar in het Museum voor Schone Kunst misschien juist wat vermeteler dan in Parijs, maar in Antwerpen mocht hij wellicht meer dan in Parijs. De muur vol kruisen blijf ik erg appealing vinden, net zoals de grafkist of de uilen die op je toe(neer?) kijken, of de blauwe duiven op de richels van het van weelde uitpuilende museum, waar - dat valt me nogmaals - de kunst erg goed doordacht wordt gepresenteerd aan de vele bezoekers.

woensdag 18 juni 2008

FEP



Afgelopen week woonde ik de algemene vergadering van de Europese Uitgevers Vereniging (FEP, de Federation of European Publishers) bij, die dit jaar doorging in Warschau. Eerste bezoek, geen idee waaraan ik me te verwachten had: dat geen enkel gebouw er langer dan 50 jaar staat, is misschien wel het meest opvallende. De verwoestingen die er de afgelopen eeuw hebben plaatsgevonden, zijn door geen enkele stad overtroffen me dunkt. Dat het historische centrum zo meticuleus heropgebouwd is, verdient bewondering, maar als je er wandelt, lijkt het veeleer op een filmdecor. Wel een knap filmdecor... Het monument bij waar eerder het Joodse Ghetto was, maakt grote indruk op me. Van de 350.000 inwoners voor Wereldoorlog 2 bleven er 394 over aan het einde van die oorlog. Dat is haast niet te bevatten mensenleed. De foto's spreken boekdelen.

Het door Stalin aan de bevolking geschonken Cultuurpaleis is een protserig fameus groot baken in de stad, dat toch zijn charme heeft. Brede avenues ook, en mooie boekhandels, en heel veel groen. Mérite le voyage! Temeer omdat het er prachtig zonnig weer was, terwijl het in België oude wijven regende.


Ook het gezelschap zorgde voor goed humeur: voorzitters, directeuren en secretarissen van uitgeversverenigingen uit 23 landen leveren samen met de fijne medewerkers van het Brusselse bureau een kleurrijke groep op, waar veel collegialiteit over tafel gaat, en uitwisseling van knowhow over auteursrecht, BTW-regelingen, digitale bibliotheken, internationale beurzen, Europese lobby, literatuurprijzen, etc etc... Samen met de ontspannende momenten die deze dagen opleverden, kom ik terug met de nodige plannen, ideeën en veel zin in de uitgeverij.

donderdag 5 juni 2008

Rudy Vanschoonbeek richt nieuwe Uitgeverij Vrijdag op

De gloednieuwe Uitgeverij Vrijdag wordt een brede publieksuitgeverij voor literaire fictie, non-fictie en kinderboeken.

Uitgeverij Vrijdag kondigt boeken aan die informeren, verrijken en ontspannen.
Uitgeverij Vrijdag mikt op originele invalshoeken, eigenzinnige kwaliteit, hardnekkige overtuigingen en
soevereine reflectie.

Uitgeverij Vrijdag belooft stijlvol, innoverend, rebels en verrassend te zijn.

Veel aandacht gaat naar de professionele begeleiding in elk stadium van het boek: redactie, productie, verspreiding, promotie. Daarbij worden schrijver én lezer centraal gesteld.

Rudy Vanschoonbeek is sinds 25 jaar actief in het boekenvak: hij startte met Uitgeverij Dedalus in 1982, richtte in 1987 Uitgeverijen Singel 262 Antwerpen op, was vanaf 1993 directeur Standaard Algemene Uitgeverij, en van 2000 tot februari jl. gedelegeerd bestuurder van ECI NV.
Hij is voorzitter van de Vlaamse Uitgevers Vereniging (VUV) en bestuurder bij boek.be, Radio Stad en DWB.
Hij gaf eerder werk uit van o.a. Hugo Claus, Samuel Huntington, Frank Van der Auwera, Geert Hoste, Hugo Matthysen, Pieter Aspe, Mark Uytterhoeven en Els De Schepper.

Bij Uitgeverij Vrijdag brengt hij vanaf dit najaar nieuw werk van o.a. Walter Van den Broeck,
Greet De Keyser en Geertrui Daem.

De Z & Z X

De Zondvloed is sinds een week een nieuwe fabuleus mooie boekhandel in Mechelen: de elfde aldaar, naar het schijnt, in een winkelpand in de Onze Lieve Vrouwestraat dat vroeger kledingpaleis moet geweest zijn en nu nog altijd de grandeur van de jaren dertig ademt. Het pand oogt stijlvol en elegant en spatieus. De winkel puilt uit van de boeken maar is niet indigestueus: want er is ook ruimte, en perspectief, en koffie, en heelwat bookish te ontdekken, in alle prijsklassen. Allen daarheen. En opnieuw, en opnieuw.

Zeno X bood afgelopen zaterdag voor het laatst een blik op Forbidden Fruit, amper tien schilderijen van Michael Borremans, maar wat een beeldende weelde. Vooral Hornet bekijk ik nogmaals met veel aandacht en bewondering.

woensdag 28 mei 2008

gom

Lang naar gezocht, eindelijk gevonden, en ze bestaan nog: de oudstijlse, achthoekige schooletiketten met blauwe randjes en gom achterop: bij Dinet, in de Paleisstraat 12 in Antwerpen. Wekelijkse herbevoorrading!

woensdag 14 mei 2008

O la la

Afgelopen zondag vernemen we, op weg naar Brussel, dat het daar autoloze zondag is vanwege de Irisfeesten. Typisch België: wie in Vlaanderen woont op amper 50 km van de stad komt niet te weten dat het tweede van de drie gewesten in dit land iets te vieren heeft zonder auto's. Nadat we onze auto bij het Noordstation hebben geparkeerd en al meteen op bekenden stuiten, blijken ook de Brusselaars zelf amper geïnformeerd te zijn. Dankzij het prachtige weer is er nochtans flink wat volk op pad. We maken er een wandeldag van in combinatie met de tentoonstellingen van Fabre en Klee in Bozar en stellen eens te meer vast dat je een stad best lopend leert kennen: we ontdekken fraaie gebouwen en plezante straten en pleintjes die we niet eerder (zo) zagen. De acrobatiek en fanfares en kraampjes overal zorgen mee voor een waarlijk zuiderse sfeer.

Tevreden

Mark Pieters, uitgever bij Athenaeum-Polak & Van Gennep, vindt het bericht dat de London Book Fair de Vlaamse uitgevers tevreden stemt mooi nieuws. In Boekblad zegt hij daarover: "Vooral door wat er onder aan het bericht op boekblad.nl staat: 'ze waren begin april evenzeer tevreden over Bologna en in oktober over Frankfurt'. Een tevreden uitgeversvolk dus en je vraagt je af waarom er door de Nederlandse uitgevers niets met een dergelijk gezamenlijk optimisme wordt gemeld".

dinsdag 13 mei 2008

Boom

Ik leerde Sterchele pas kennen toen hij er niet meer was. Spits bij Club Brugge, blijkbaar. Tragisch verkeersongeval op de expressweg naar Knokke. Ik verbaas me over de berichtgeving in de media. Dat moet nogal iemand geweest zijn. Wat me meest stoort is de overdrive in de toon van sommige berichten. Strafst is nog de belangenvereniging van het een of ander die de schuld in de boom langs de kant van de weg schuift. Als die er niet had gestaan, was het ongeval niet gebeurd, zo wordt tegen 300 km onzin per uur beweerd.

Dan stel ik voor dat we grote bloembakken plaatsen op de snelwegen, opdat we sloom slalommend naar onze bestemming rijden.

zondag 11 mei 2008

Het is overal wat

Jeroen de Preter vroeg einde april in De Morgen aan Dorian Van der Brempt: "In het boekenvak tiert de toornigheid welig, niet?" Gelukkig antwoordde Dorian, directeur van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in Brussel (die voordien directeur bij boek.be was), in het verleden: "In het boekenvak was men graag kwaad" en nuanceert verder het nodige. Het is overal wat, natuurlijk, maar ikzelf percipieer vandaag heel weinig of geen toornigheid in de sector waar ik nu zowat 25 jaar werk. Wel integendeel: er is meer wil tot samenwerking of representatie naar allerlei mogelijke relaties dan ooit. Die mentaliteit leidt tot meer resultaat, wat dan weer de professionale aanpak van het boekenvak bevestigt. Goe bezig, dat mag toch ook eens een keer gezegd?

zaterdag 10 mei 2008

B.V.

De initialen van Bert Verhoye sloten aan bij ons gespreksonderwerp aan tafel, gisterenavond in de tuin, voor we naar zijn voorstelling Bert draait door in De Zwarte Komedie gingen kijken. We waren aan het opsommen welke B.V.'s Marijke in haar boekhandel resp. ik op het terras van Canal waren tegengekomen vandaag, toen Arne ons wees op de enige echte B.V. Die verder geen B.V. is of wil zijn, wel de journalist en man achter de schermen van het theater aan de Leguit, die nu geniet van het groen van Bellefontaine terwijl hij af en toe blijft terugkeren naar de koekenstad. Maar goed ook, want zijn satirisch verhaal over zijn levensloop, gelardeerd met muziek (echte elpees!), bezorgde anderhalf uur plezier en ontroering. Berts tekst is puntig, scherp, juist. Geen woord te veel of te weinig om mooie sfeerbeelden van de nonnen op school, de boer op het veld (die blij was dat het vliegtuig stoptege) etc. op te roepen. Goed ook om John Sebastian (van The Lovin' Spoonful) nog eens terug te horen zingen En wat kan die amper tweeëntwintigjarige Mientje Antonissen fantastisch mooi cello spelen, zeg!

maandag 28 april 2008

Het moet niet altijd de Eiffeltoren zijn

Dertien jaar nadat Peter Vandermeersch erover schreef in De Standaard (Parijs anders bekeken, 15 juli 1995), bezoek ik zijn 'geheim adresje dat ik altijd gekoesterd heb en waar vrienden en vriendinnen van in de wolken zijn' en beaam volmondig dat zijn aanbeveling nog altijd klopt: de Osteria del Passepartout in een bijna onvindbaar straatje vlakbij de Place Saint-Michel (20, Rue de l'Hirondelle, tel : 00 33 1 43 54 15 98) serveert een erg verzorgde Italiaanse keuken voor zeer redelijke prijzen in een gemoedelijke, conviviale sfeer.

Of hoe een artikel in de krant de waan van de dag overleeft en nog lang kan renderen.

vrijdag 25 april 2008

Expo

Voor de zoveelste maal ben ik in London vanwege de Bookfair in Earl's Court. Druk, inspirerend en intrigerend. Goed gebruik makend van het openbaar vervoer, en mits een redelijk strak tempo, kan ik tijdens enkele vrije uren op zondagochtend en donderdagvoormiddag vijf expo's bezoeken die ik hier graag wou zien. Eerst Juan Munoz in het altijd imponerende Tate Modern. Ik wandel nog eens tussen de 100 keramieken mannen zonder voeten die de Spanjaard in 1999 als Many Times neerzette. Ik speur in de spatieuze zalen naar de gelaatsuitdrukking van ingetogen figuren die meestal van me wegkijken. Shadow and Mouth vind ik misschien wel het mooist: een man aan een tafel, wat verderop een andere man op een krukje, zijn geheimen fluisterend in de muur. Dokter en patiënt? Gevangene en ondervrager? Twee broers? Acteurs in een sinistere situatie alleszins.

Dan in datzelfde Tate Modern driemaal Dada: Marcel Duchamp, Man Ray & Francis Picabia. Ik bezwijk onder de weelde van het aanbod. Ik wist niet dat Man Ray zo knap kon schilderen, kende hem enkel als fotograaf. Ik geraak gefascineerd door de machines die Picabia in beeld brengt als werden het levende personages. Samen met Duchamp creëren ze in New York en later Parijs de modernistische Dada-beweging, wat groots artistiek vuurwerk opleverde. Dat wordt hier knap getoond .

Lang geleden dat ik nog eens Tate Britain bezocht (destijds heette het The Tate Gallery, omdat er nog geen andere Tates waren) maar doordat ik enkele maanden eerder in Gent bij de memorabele expo British Vision zo onder de indruk kwam van William Blake, wil ik diens illustraties bij zijn efemere gedichten gaan bekijken in zaal 8. In de shop koop ik de mooie gebonden heruitgave van zijn Songs of Innocence and Experience.

In de metro zie ik kans om er alvast enkele pagina's te lezen en te bekijken. Trafalgar Square baadt in de zon als ik de National Portrait Gallery binnenloop om naar de foto's uit Vanity Fair van 1913 tot nu te gaan kijken. Vooral die van Annie Leibovitz blijven spectaculair mooi, evenals Mario Testino's portret van Diana, of Harry Bensons snapshot van meneer en madam Reagan. Samen met Helmut Newton, Herb Ritts, Irving Penn en vele andere fotografen zorgt dit maandblad voor een iconiserend overzicht van de bekendste mensen en gebeurtenissen van de afgelopen eeuw.

Ik haast me ten slotte naar de kleine Hamiltons Gallery want ik las in de Evening Standard dat daar de ontregelende foto's van Alison Jackson te bekijken zijn. Deze fotografe maakt paparazzi-achtige snapshots van celebrity-lookalikes: is dit de echte Queen Elisabeth die een kroon op het hoofd van het breed lachende Elton John plaatst? Slaat Paul McCartney werkelijk zijn ex-vrouw Heather met haar prothesebeen? Krijgt President Bush zijn Rubik's kubus niet voor mekaar? "I'm mixing the real with the fake because I love the fact you don't know what you're looking at." Lachen!
Ik kan er weer even tegen.

woensdag 23 april 2008

Angele

Ik heb een meneer met een rare stem aan de telefoon, zei mijn dochter pakweg tien jaar geleden op een vroege zaterdagochtend. Dat - toegegeven, enigszins krakende, bijzonder - stemgeluid bleek die van Angèle Barones Manteau te zijn, die een interessant artikel uit The International Herald Tribune onder mijn aandacht wilde brengen, want misschien kon ik het er besproken boek wel in het Nederlands brengen. Ik had Angèle Manteau einde jaren negentig beter leren kennen nadat ik met Maarten Asscher, toen directeur van J.M. Meulenhoff, de overname door Standaard Uitgeverij had beklonken van de uitgeverij die haar naam draagt. Ik bezocht haar enkele keren in haar fraaie landhuis in Gooik en begon met haar te corresponderen over boeken, uitgeven, het vak, de samenleving, ouder worden, jong van geest blijven...
Ik heb het een eer en genoegen gevonden om de uitgeverij - die me ooit inspireerde om zelf te beginnen uitgeven, want als Julien Weverbergh in zijn tijd riep dat Manteau aan de top van de letteren in Vlaanderen stond, dan meende ik het in mijn jongensachtige heftigheid minstens even goed te kunnen doen met Dedalus - te reboosten met nieuw literair talent in combinatie met internationale co-edities in samenwerking met Anthos, De Harmonie en De Bezige Bij, naast heruitgaven van oud goud, en het verder uitbouwen samen met Wim Verheije van het succesvolle thrillerfonds.
Toen ik de overname van Manteau aan het regelen was, werd het fonds door Marc Reynebeau nog getypeerd als het knekelhuis van de Vlaamse literatuur. Nu schittert het huis opnieuw in al haar glorie, dankzij de volgehouden inspanningen van Standaard Uitgeverij. Ik weet dat het Angèle Manteau bijzonder veel plezier deed, ook al was ze sinds jaren een beschouwer op afstand. Dat ze de uitgaven en de evoluties in het vak echter alert op de voet volgde, bleek voortdurend uit haar briefjes en telefoontjes, haar inspirerende commentaren en haar stimulerende aanbevelingen. Ze wilde vooral heel erg graag dat ons beider vriend Pat Donnez nu eindelijk eens naar buiten wilde komen met zijn literaire kunnen, en dat is onlangs toch maar mooi gelukt met alvast 2 prachtige dichtbundels Het is een mooi leven zolang je niet bestaat en Hotemetoten. Hopelijk komen de brieven van Pat aan Angèle ooit voor het ruime publiek te lezen, net als de brieven van haar echtgenoot François Closset.

maandag 21 april 2008

Teuven

Sinds ruim 20 jaar ga ik met ongeveer hetzelfde groepje venten wandelen in de Hoge Venen. In het begin sloot nog af en toe een madam aan, en recent is 1 van mijn kids mee op stap geweest, maar in de regel is het venten onder mekaar. Er is geen waarom, het is zo'n beetje vanzelf ontstaan en inmiddels een mooie, gezonde traditie + een gelegenheid om bij te praten want als drukke veertigers & vijftigers inmiddels zien we elkander minder vaak dan vroeger.

Het begint altijd met een mail die ik rondstuur op zoek naar een geschikte datum. Niet gemakkelijk. Vorig jaar kwam het er allemaal helemaal niet van, en dit jaar kan Boris - onze stafkaart van dienst - niet mee en moet Harry ook verstek geven. Johan, Joris, Ludo, Michel en ik zijn er wel klaar voor. We verzamelen omstreeks negen uur bij Michel voor koffie en koeken. Bij gebrek aan Boris & twijfel over de weersevolutie, beslissen we naar de Voerstreek te rijden. Om halftwaalf parkeer ik mijn bus bij de kerktoren van Teuven. In de stralende zon beginnen we te wandelen. We laten eerst 150 moto's passeren en komen er vervolgens achter dat uitgerekend vandaag de Amstel Gold Race hier in de buurt wordt gereden. Toch hebben we daar al bij al niet zo veel last van, want algauw verlaten we de verharde wegen en klimmen het bos in op weg naar Sippenaeken. Om halftwee picknicken we in een weiland dat over de glooiende heuvels uitkijkt en genieten van de nog immer flink schijnende zon. Broodjes zalm, koffie, water, fruitsap, hier en daar een koffiekoek. Dan zakken we af naar het dorpsterras voor een Grimbergen of thee. Dan stilaan terug, door het Bovenste- en het Onderste Bos. In de lucht ontwaren we geen valk meer, maar 4 helikopters die de race aan het volgen zijn. Om halfzes zijn we terug bij af - en nog steeds brandt de zon. Nog een terras, dus, met decap-orgel. We genieten na van de fijne wandeling en de mooie omgeving, en onze gesprekken over 10 CC, boeken, Vlaams Progressieven, handicaps en ongemakken, Angèle Manteau, de films en tv-programma's van dit ogenblik. We weten nu wat Hugo Claus met Georges Delerue gemeen heeft maar twijfelen nog over de correcte uitspraak van energie en nostalgie en vinden maar niet de oorsprong van de uitdrukking Oostindisch doof zijn. En we duimen voor Harry's snelle herstel.
We spreken met Boris af dat we elkaar 's avonds vinden bij de Zimmertoren in Lier, zodat we met z'n zessen de dag kunnen afsluiten met een eenvoudige doch voedzame maaltijd.


Als ik om elf uur thuis arriveer, voel ik mijn gebruinde facie en kreunende kuitspieren en vind ik in de mail al de foto's die Michel tijdens de wandeling maakte.
Meer is het niet, maar meer moet dat ook niet zijn. 't Kan deugd doen.


zondag 23 maart 2008

Loser

Kardinaal Danneels alludeerde in zijn paashomilie op de beslissing van Hugo Claus om zijn leven te beëindigen. Hij vindt het geen heldhaftige beslissing, en geen voorpaginanieuws. Pech voor hem: het wàs voorpaginanieuws voor hij daar anders over zou hebben kunnen beslissen, plus mijns inziens heeft het niets met heldhaftigheid te maken, maar met soevereine keuze van een individu hoe om te gaan met leven & dood.
Met evenveel kwade wil kun je tegen de kardinaal en broeder Stockmans riposteren dat ze met een wijde boog om deze soevereiniteit heen walsen, en er niet goed mee om kunnen dat iemand beslist het lijden niet centraal te willen plaatsen of te verheerlijken. Respecteer individuele keuzes ook al zijn ze de jouwe niet. Niets menselijks is ons vreemd.

woensdag 19 maart 2008

Migraine

Inmiddels begrijp ik waarom Piet Piryns me woensdagmiddag aan de telefoon antwoordde dat het niet het goede moment was en of ik later kon terugbellen. Het overlijden van Hugo Claus vernam ik amper een half uur na dat telefoontje op de radio, en ook al kwam het bericht niet geheel onverwachts, toch bruskeert het nog, want het betekent dat we nu definitief verder moeten zonder deze grote meneer, deze monumentale kunstenaar, wiens betekenis voor de Vlaamse samenleving zonder weerga is.


Mijn mooiste persoonlijke herinnering aan hem is het telefoongesprek dat ik met hem voerde in 1987 vanuit mijn keuken, thuis in Berchem: hij zegde (na driemaal aandringen) toe om het eerste boekenweekgeschenk voor Vlaanderen te zullen schrijven. Nadat dit gesprek beëindigd was, heb ik een behoorlijk dadaïstisch danske gepleegd in die keuken, zo verheugd was ik ermee.
Het idee voor dat boekenweekgeschenk ontstond tijdens een gesprek met Wim Heynen van de Hasseltse boekhandel De Markies van Carrabas, die toen voorzitter van de Vlaamse Boekverkopers Bond was, en ervan droomde een boekenweekgeschenk in Vlaanderen te kunnen lanceren naar het voorbeeld van de jarenlange traditie in Nederland. We vonden dat niemand anders dan Hugo Claus als eerste auteur van zulk boekenweekgeschenk kon fungeren. Ik had Claus eerder enkele keren ontmoet, o.a. om hem te interviewen voor De Nieuwe of voor Radio Stad (o.a. bij de fameuze lancering van Het Verdriet van België in de Gentse Hotsy Totsy), had al eens plezierig kunnen samenwerken voor de publicatie bij Dedalus van zijn toneelbewerking van Hamlet voor het Raamteater, was op dat moment aan de slag als vertegenwoordiger voor de Bezige Bij in Vlaanderen, dus maakte me bij Wim in al mijn jongensachtige enthousiasme sterk dat het me wel zou lukken om hem te overtuigen om toe te zeggen.
En warempel: zo gebeurde. Hij deed het. Natuurlijk is Chateau Migraine in zijn verder zo rijke en veelzijdige oeuvre slechts een kleine anekdote , en was de oplage van dat eerste boekenweekgeschenk in Vlaanderen een schijntje van wat toen al in Nederland werd verspreid (en de vergoeding voor de auteur dus navenant), maar dankzij hem konden we toch pionieren met het eerste boekenweekgeschenk in het vaderlandse boekenvak, en met zijn opdracht in mijn exemplaar: 'voor Rudy, zonder wie dit droomkasteel niet was ontstaan, een dankbare Hugo Claus' maakte hij naar mijn gevoel kenbaar dat hij zijn medewerking vooral had verleend als blijk van erkentelijkheid voor die ambitie.
In alles de eerste.
Een andere persoonlijke anekdote moge tekenend zijn voor zijn ontvoogdende betekenis voor het verdrietige België van de afgelopen decennia.
Ik werd ontboden bij rector Jan Hansen van het Onze-Lieve-Vrouwecollege, waar ik omstreeks 1980 Nederlands en Engels onderwees aan kerels van 15 tot 18 jaar. Een vader van één van die kerels had pater Hansen sj getelefoneerd met de klacht dat ik schaamteloos vieze erotische teksten gebruikte en verspreidde tijdens mijn les. Toen ik Jan Ik schrijf je neer liet lezen - want over dat kwestieuze gedicht van Hugo Claus, dat begint met Mijn vrouw, mijn heidens altaar, Dat ik met vingers van licht bespeel en streel, ging het - barstte deze in een onbedaarlijke lachbui uit en zei me dat hij die vader zou terugbellen met zijn aanbeveling om zelf eens meer Claus te gaan lezen.
We moeten vandaag afscheid nemen van deze minzame seigneur, dit soeverein multitalent, die prachtig declamerende stem, die fabuleuze Romeinse kop... maar dat we kunnen teruggrijpen naar de vele sporen die hij nalaat en die naar mijn mening van blijvende betekenis zijn, moge een heelzaam medicijn zijn tegen de migraine van de middelmatigheid.

vrijdag 14 maart 2008

Dedicace

Een meewarig glimlachje viel te bespeuren bij Dick Matena toen ik mijn naam opgaf voor 'n dedicace in mijn exemplaar van Kaas. We bevinden ons op het schoon verdiep van het Antwerpse stadhuis, waar burgemeester, consul van Nederland én Peter Van Straaten de beeldroman ten doop hielden die Dick Matena van Elsschots klassieker had gemaakt. Van Straaten suggereerde dat de tekenaar nu maar eens aan de bijbel moet beginnen. Maar eerst die dedicace. Ik heb er een uur voor staan aanschuiven, want hij nam ruim zijn tijd voor een praatje met iedereen. Ik was de voorlaatste, want Pieter De Jong en Dick Gubbels kregen honger en wilden nu snel met hem een hapje gaan eten.
Met zo'n naam zal 't wel wat zijn om Elsschot te lezen, monkelde Matena. Of woorden van die strekking. In de tram op weg naar Het Gebaar bewonderde ik de eerste bladzijden. Ik was mijn exemplaar al bijna kwijt aan Koen Clement, die naast veel andere kwaliteiten ook een stripfanaat is. Ik begreep en beaamde meteen wat uitgever Mark Pieters er bij de presentatie van zei: je mag Kaas nog zo vaak gelezen hebben, dankzij Matena's aanpak krijgt de tekst een nieuwe dimensie, extra reliëf, een heel eigen tempo.

Dick Matena volhardde stug - ondanks mijn volgehouden moedig spellen van m'n achternaam - om mijn exemplaar te dedicaceren aan Van Schoonbeke. Ik kan er voor deze keer heel goed mee leven dat mijn naam zo(gezegd) verkeerd in mijn exemplaar prijkt.

na 2 jaar


Vorige week heb ik de laatste sigaret uit mijn pakje Romeo y Julieta gerookt. Ruim twee jaar na aanschaf, in Cuba op vakantie. Ik kocht het pakje veeleer omwille van het mooie logo en heb de helft weggetrakteerd want hoger dan eentje per maand ligt mijn rooktempo niet. Nu hou ik enkel het logo over en daar was het me uiteindelijk om te doen. A small token from Cuba toen el jeffe ook nog sigaren mocht roken.

Wim en Els

Alweer bijna een maand geleden vernomen maar nu pas tijd gevonden om er hier bij stil te staan: Wim Van Gansbeke en Els Van den Abbeele zijn dag op dag op 16 en 17 februari jl. overleden. De eerste werd 70, de tweede amper 59. In de tijd dat ik 75 theatervoorstellingen per jaar zag & erover schreef voor De Nieuwe e.d. kwam ik Wim regelmatig tegen en ik beaam wat alle herinneringsstukjes over hem schrijven: een bijzondere man. Uitgesproken, wel doordachte en nog beter geformuleerde mening over wat hij op de buhne zag. Prachtige stem om naar te luisteren, toen, op Radio Twee, vooral vanwege het vuur waarmee hij zegenend & hekelend over theater sprak. Hij deed me meer dan eens echt zin krijgen om naar de schouwburg te gaan. Want daar gebeurde altijd iets wat de moeite waard was. Ik heb Wim éénmaal zelf zien acteren, als oud vrouwtje, dat op een bepaald ogenblik op een tafel staand de rok optilde. Beklijvende scene! Ook de eeuwige sigaret & het glas Duvel achteraf in de foyer of bar zijn onlosmakelijk aan hem verbonden.

Els kende ik als eerste woordvoerster van VTM en vond ik een warme, lieve, attente, alerte madam. Pionierend en gedreven. En veel sigaretten, ook. Minder bekend maar even verdienstelijk was ze als tekstschrijfster voor heelwat liedjes.


Dag Wim, dag Els.

zondag 10 februari 2008

Surivlaams

Vic Van de Reijt moet binnenkort echt die Elsschot-biografie gaan schrijven. Iedereen zit daar op te wachten. Ik leerde Vic kennen in het Amsterdamse Paradiso, tijdens één van de eerste beurzen van de Kleine Uitgever in de jaren tachtig. We deelden onze Elsschot-gekte aan elkaar mee, ik volgde hem (samen met Boris Rousseeuw en Tom Lanoye) met de auto naar de Herengracht 32 waar we nader kennismaakten, en nu zijn we nog altijd niet van mekaar af. Hij is inmiddels peter van mijn jongste zoon Arne en die kreeg deze week voor zijn verjaardag een exemplaar cadeau gestuurd van Surivlaams, de 3 cd-box die hij samenstelde voor het Nikkelen Nelis label en die 60 prachtige tophits uit België en Suriname biedt. Gelukkig heeft Vic ook nog tijd hiervoor! Na zijn eerdere ronduit memorabele collecties met Nederlandstalige singles, Nederlandstalige covers, Franse chansons en Duitse liedjes, biedt Surivlaams een bijzonder origineel overzicht van de beste Vlaamse en Surinaamse hits ooit. Gaat dat kopen! Want niet enkel ontdekt men de ijzersterke nummers van Raymond van het Groenewoud, Max Woiski of Jacques Brel, krijgen met name de Nederlanders onder ons nu een unieke gelegenheid om Jan De Wilde, Luc De Vos of Kris de Bruyne eindelijk te leren kennen, maar ook de Vlamingen herontdekken Paul Boey met het onweerstaanbare 'k Heb de mot in mijn lijf of Doe de ballenkneller van Neerlands Hoop. De vondst om Suriname met Vlaanderen te combineren kwam mij op het eerste gezicht wat geforceerd voor, maar nu ik de 3 cd's al enkele keren heb beluisteren, moet het gezegd: de mix werkt. Dat is te danken aan Vics talent om 60 nummers uit te kiezen die naadloos op mekaar aansluiten, die elkaar verrijken en verrassen, en die je als luisteraar in de ban brengen van het meeslepende, geestige en laconieke repertoire dat nooit echt Hollands zou willen zijn. Zoals Willem Elsschot ook alleen maar in Antwerpen kon leven en schrijven, maar verdient om blijvend door velen in Vlaanderen én Nederland te worden gelezen. Dus nu toch maar die biografie dan, eerst, even?

zaterdag 2 februari 2008

Hels helser helsen

Politici kunnen soms echte politiekers zijn in plaats van bestuurders van de samenleving. De gedeputeerde van cultuur van de provincie Antwerpen, Ludo Helsen, is ouderwets op dreef in zijn antwoord, vandaag in De Standaard, aan Stefan Brijs die uit verontwaardiging vanwege het annuleren van de expo van L.P. Boons Fenomenale Feminatheek in het Fotomuseum - vanwege zogenaamde geringe artistieke waarde - zijn prijzengeld terugstort aan de provincie.


Het moet gezegd: de provincie Antwerpen heeft de afgelopen jaren flinke inspanningen geleverd voor het boek & haar auteurs, met initiatieven als de literaire debuutprijs, de Herman de Coninckprijs voor poëzie, de steun aan de Boekenbeurs, de provinciale culturele prijzen,... Maar dat alles geeft géén vrijgeleide om nu dan eens 1 keer een expo te mogen verbieden, wel integendeel. Helsen zou inmiddels kunnen weten dat artisticiteit tal van definities, concepten en invullingen toelaat. Met de nadruk op dat laatste woord. Dat hij hautain, met dedain én veel pleidooi pro domo reageert op de authentieke verontwaardiging van Stefan Brijs, vind ik ongepast. Typisch politieke reflex. De reflectie ontbreekt. Slechts een danske van gelijkhebberigheid waar werkelijk niemand op zit te wachten. Naast de kwestie. Geniaal?... maar met te lange teentjes.

zondag 27 januari 2008

gedichtendag

UIT WATER EN INKT

Wat haar penseel voor mij verzon:
een lage lucht, het grijs van een krasbiljet,
met geluk en een koperen munt, win ik de zon.


Bart Plouvier & Anne Vernimmen

uit: Het Land draagt de wind. Uitgeverij 't Oneindige Verhaal, Sint-Niklaas 2007