
Een weekend geleden reed ik van Antwerpen naar Brugge om in de stemmige stadsschouwburg ATROPA mee te maken. Een overrompelende ervaring. Eerst zie je Helena zich haar lot beklagen, met haar rug naar het publiek op een verhoog, welhaast als het New Yorkse vrijheidsstandbeeld, terwijl ze met een handcamera haar oog projecteert op de achterwand van de scène. Enter de frisse Iphigeneia wiens enthousiasme snel wordt bekoeld door de radeloze Klytaimnestra en de vastberaden Agamemnon. Diens stugge oorlogsretorica zal voeren naar moord en doodslag, en verlies, en het failliet van zijn macht. Uiteindelijk blijft, ondanks zijn overwinning op Troje, alléén zijn hoofd, gevangen in een beklemmende lichtbundel, over. Dan nog blijft hij amechtig gewagen van wij en van het martiale moeten.
Als toeschouwer kom je ogen en oren te kort om de pijnlijke poëtische tekst, de knappe kostuums, de vernuftige belichting, het desolate decor, de meeslepende muziek en de intrigerende interactie van de vijf magistrale acteurs te bevatten en savoureren. Tweeëneenhalf uur grijpt deze Atropa je bij de lurven, en laat lang daarna nog niet los. Theater zoals ik het zelden mag meemaken. Bij het terugrijden barst een onweer los boven Brugge, vol donder en bliksem. Passend bij het plaatje.