Inmiddels begrijp ik waarom Piet Piryns me woensdagmiddag aan de telefoon antwoordde dat het niet het goede moment was en of ik later kon terugbellen. Het overlijden van Hugo Claus vernam ik amper een half uur na dat telefoontje op de radio, en ook al kwam het bericht niet geheel onverwachts, toch bruskeert het nog, want het betekent dat we nu definitief verder moeten zonder deze grote meneer, deze monumentale kunstenaar, wiens betekenis voor de Vlaamse samenleving zonder weerga is.
Mijn mooiste persoonlijke herinnering aan hem is het telefoongesprek dat ik met hem voerde in 1987 vanuit mijn keuken, thuis in Berchem: hij zegde (na driemaal aandringen) toe om het eerste boekenweekgeschenk voor Vlaanderen te zullen schrijven. Nadat dit gesprek beëindigd was, heb ik een behoorlijk dadaïstisch danske gepleegd in die keuken, zo verheugd was ik ermee.
Het idee voor dat boekenweekgeschenk ontstond tijdens een gesprek met Wim Heynen van de Hasseltse boekhandel De Markies van Carrabas, die toen voorzitter van de Vlaamse Boekverkopers Bond was, en ervan droomde een boekenweekgeschenk in Vlaanderen te kunnen lanceren naar het voorbeeld van de jarenlange traditie in Nederland. We vonden dat niemand anders dan Hugo Claus als eerste auteur van zulk boekenweekgeschenk kon fungeren. Ik had Claus eerder enkele keren ontmoet, o.a. om hem te interviewen voor De Nieuwe of voor Radio Stad (o.a. bij de fameuze lancering van Het Verdriet van België in de Gentse Hotsy Totsy), had al eens plezierig kunnen samenwerken voor de publicatie bij Dedalus van zijn toneelbewerking van Hamlet voor het Raamteater, was op dat moment aan de slag als vertegenwoordiger voor de Bezige Bij in Vlaanderen, dus maakte me bij Wim in al mijn jongensachtige enthousiasme sterk dat het me wel zou lukken om hem te overtuigen om toe te zeggen.
En warempel: zo gebeurde. Hij deed het. Natuurlijk is Chateau Migraine in zijn verder zo rijke en veelzijdige oeuvre slechts een kleine anekdote , en was de oplage van dat eerste boekenweekgeschenk in Vlaanderen een schijntje van wat toen al in Nederland werd verspreid (en de vergoeding voor de auteur dus navenant), maar dankzij hem konden we toch pionieren met het eerste boekenweekgeschenk in het vaderlandse boekenvak, en met zijn opdracht in mijn exemplaar: 'voor Rudy, zonder wie dit droomkasteel niet was ontstaan, een dankbare Hugo Claus' maakte hij naar mijn gevoel kenbaar dat hij zijn medewerking vooral had verleend als blijk van erkentelijkheid voor die ambitie.
In alles de eerste.
Een andere persoonlijke anekdote moge tekenend zijn voor zijn ontvoogdende betekenis voor het verdrietige België van de afgelopen decennia.
Ik werd ontboden bij rector Jan Hansen van het Onze-Lieve-Vrouwecollege, waar ik omstreeks 1980 Nederlands en Engels onderwees aan kerels van 15 tot 18 jaar. Een vader van één van die kerels had pater Hansen sj getelefoneerd met de klacht dat ik schaamteloos vieze erotische teksten gebruikte en verspreidde tijdens mijn les. Toen ik Jan Ik schrijf je neer liet lezen - want over dat kwestieuze gedicht van Hugo Claus, dat begint met Mijn vrouw, mijn heidens altaar, Dat ik met vingers van licht bespeel en streel, ging het - barstte deze in een onbedaarlijke lachbui uit en zei me dat hij die vader zou terugbellen met zijn aanbeveling om zelf eens meer Claus te gaan lezen.
We moeten vandaag afscheid nemen van deze minzame seigneur, dit soeverein multitalent, die prachtig declamerende stem, die fabuleuze Romeinse kop... maar dat we kunnen teruggrijpen naar de vele sporen die hij nalaat en die naar mijn mening van blijvende betekenis zijn, moge een heelzaam medicijn zijn tegen de migraine van de middelmatigheid.
2 opmerkingen:
Het was toch een schok toen we het hoorden op de radio.Je moet het maar kunnen .Het was toch een grote mijnheer he. GROETJES oma
Mooi geantwoord van Jan Hansen: een repliek die hem past als een handschoen.
Mieke
Een reactie posten